You are here

Oplossingen voor de stad: Vijf lessen van de URBACT Transfer Netwerken

Edited on

27 March 2020
Read time: 4 minutes

Ontdek het belang van (en hoe) goede voorbeelden delen 

Steden in Europa staan voor soortgelijke uitdagingen. Zo staan onderwerpen als klimaatverandering, betaalbare woning en vergrijzing op de agenda’s van gemeenten. Het goede nieuws is dat de steden voortdurend bezig zijn met het bedenken en implementeren van nieuwe oplossingen. Het slechte nieuws is dat ze nog steeds niet zo goed zijn in het delen van deze oplossingen. Waarom is dit – en wat kunnen we eraan doen? Om deze vragen te beantwoorden is URBACT in januari 2019 begonnen met ”23 Good Practice Transfer Netwerken''. Een jaar later kijken we terug naar hun vooruitgang. Laten we de vijf lessen bekijken.  

1. Spreek van tevoren af hoe succes eruitziet  

De overdracht van een Good Practice kan rommelig verlopen. Als een oplossing op een plek werkt betekent dat niet dat het op andere plekken toegepast kan worden. Het is geen kwestie van kopiëren en plakken. Het overdrachtsproces is vaak complex, met name als een Good Practice wordt gezien als diepgaand en systematisch.  

Hoe adresseren de stedennetwerken dit? Een manier is door te focussen op specifieke elementen van een Good Practice, waarin elke stad eenvoudig onderdelen kan aanpassen en uitvoeren. Hiermee wordt erkend dat het oorspronkelijke model weliswaar niet in zijn geheel kan worden overgenomen, maar dat elementen binnen het model wel een universeel potentieel hebben.  

Deze pragmatische aanpak is terug te zien in verschillende Transfer Netwerken. Eén daarvan is ‘Making Spend Matter’ wat als doel heeft om overheidsopdrachten te herschrijven voor een beter lokaal impact. In dit netwerk heeft elke deelnemende stad een lokale uitgavenanalyse ontworpen en uitgevoerd als startpunt. Voor sommigen kan dit een einddoel op zich zijn, hoewel het voor de meesten een platform is waarop ze het werk verder kunnen op bouwen. 

2. Identificeer laaghangend fruit (quick wins) 

Concepten die zijn overgenomen uit andere plaatsen kunnen lokaal weerstand ervaren. In het geval van grootschalige strategische oplossingen is het soms lastig om de mogelijke resultaten te onderscheiden. Om dit aan te pakken, vonden netwerken het nuttig om tastbare quick wins te identificeren die in elk deelnemende stad kunnen worden uitgerold.  

Het C-Change netwerk, geleid door Manchester (UK), geeft hiervoor een goed voorbeeld. Dit netwerk wil de culturele en creatieve sector een rol geven om koolstofuitstoot te reduceren. In Manchester heeft het jaren geduurd om het huidige momentum te bereiken. Om de overdracht naar andere steden te versnellen heeft C-Change elementen geconstateerd die snel overgenomen kunnen worden en snel uit te voeren zijn. Een van de concepten is ‘Carbon Literacy Training’. Dit concept ontwikkelt een netwerk van centrale organisaties die vooroplopen in het nemen en uitdragen van koolstof reducerende maatregelen. In elke partnerstad is het personeel al opgeleid, wat een directe aanwinst is die werkt op het doel op langere termijn.  

3. Begin met het einde in gedachten – en gebruik hulpmiddelen om vooruitgang in kaart te brengen 

In de voorbeelden hierboven waren de partnersteden vanaf het begin eens over hoe het minimumniveau van overdracht eruit zou zien. Elk URBACT Transfer Netwerk heeft een ‘Transferability Plan’ opgesteld. In dit plan geeft elke partnerstad zijn eigen verklaring over de verwachte vooruitgangen bij de overdracht. Dit wordt gedaan in de mantra van Stephen Covey, waarin je het doel van begin af aan in gedachten moet houden. 

Aangezien weinig partnersteden het originele Good Practice in zijn geheel zullen overdragen, is het belangrijk om te begrijpen hoe succes eruitziet – en hoe steden kunnen weten of ze de goede kant op gaan. 

Meerdere netwerken hebben handige hulpmiddelen ontworpen om voortgang bij te houden en te controleren. Bijvoorbeeld het Biocanteens netwerk, onder leiding van de kleine Franse stad Mouans Sartoux (FR). Dit netwerk wil een kopie maken van het stadsmodel om betaalbaar en lokaal geproduceerde biologisch voedsel te bieden aan openbare eetgelegenheden. Elke partnerstad heeft een visuele overdracht module opgesteld waarin zij de belangrijke onderdelen die bij de overdracht horen illustreren. 

Aan de overkant van de Middellandse Zee focust het BluAct netwerk, onder leiding van Piraeus (GR), zich op de groei van de Blauwe Economie (Blue Economy). Het netwerk heeft een mooi overzicht voor hun steden ontwikkeld waarmee ze hun voortgang in één oogopslag kunnen controleren. Hiermee wordt een voortdurende uitwisseling van collegiale beoordelingen gestimuleerd. Dergelijke voorbeelden van visuele hulpmiddelen houden iedereen op de juiste spoor terwijl ze de doelen van elke stad benadrukken. 

4. Start met kleinschalige experimenten  

In de URBACT-netwerken krijgen steden de ruimte om te leren, te vernieuwen en te experimenteren. 

Hoewel elk transfer netwerk een lead partnerstad met een Good Practice om te delen heeft, zien we dat de lessen overal vandaan komen. Elke stad brengt zijn eigen ervaring en visie mee en de Good Practice steden nemen dat mee om hun eigen originele concepten te verbeteren. 

Het is belangrijk om van nieuwe aanpakken proefmodellen te maken en sommige netwerken hebben een specifiek kader om kleinschalige experimenten te ondersteunen. Een goed voorbeeld is het On Board netwerk dat zich richt op het vernieuwen van het onderwijssysteem. In dit netwerk zijn alle partnersteden toegewijd om een interventie te testen dat ontwikkeld is door een andere partnerstad. Zo ook de lead partner, Viladecans (ES), dat het concept van een amateurradio-ruimtestation gepionierd door Poznan (PL) onderzoekt/ verkent  

Een andere Poolse stad, Łodz (PL), leidt het Urban Regeneration Mix netwerk waarin multilateraal leren en besturen centraal staan. Hierin hebben Toulouse (FR), Bologna (IT), Baena (ES), Birmingham (UK) en Braga (PR) samen met de pionierende Łodz manier - waarin inwoners betrokken worden als Lighthouse Keepers - verschillende buurtinterventies geconstateerd (de zogenoemde ‘Foundation Builders’). Een schaduwprogramma tussen partners zal deze buurtinterventies in het begin van 2020 ondersteunen. 

5. Zorg ervoor dat je begrijpt wat er aan de hand is – en verken verschillende manieren om je verhaal te vertellen  

De tijdlijn voor URBACT Transfer Netwerken is kort en intensief. Na achttien actieve maanden biedt de tweede helft van 2020 voor een platform waar deze ervaringen en voorbeelden kunnen worden uitgewisseld. Ter voorbereiding houden steden hun leerprocessen en ervaringen bij waar anderen van kunnen profiteren.  

Transfer Netwerksteden doen dit via verschillende kanalen, namelijk met transfer dagboeken en korte video’s. Trouw aan de URBACT-geest hebben de Transfer Netwerken verschillende belanghebbenden genoemd om de rijkheid en diversiteit van hun reis vast te leggen. Tegen het einde van 2019 kunnen we al een scala aan frisse persoonlijke reflecties zien die de verhalen van de deelnemers over de veranderingen vastleggen. Iedereen beschrijft zijn eigen reis, zowel politici als gemeentesecretaris. 

Wat gaat er verder gebeuren?  

Later dit jaar gaan we aan de slag met de verhalen over de veranderingen. De Nationale URBACT Punten gaan samen met de Transfer Netwerksteden werken om deze ervaringen in heel Europa onder de aandacht te brengen. Dit is een kans om aan te sluiten bij deelnemende steden en om te zien hoe Good Practices kunnen worden aangepast aan de behoeftes van je eigen stad. Blijf op de hoogte voor meer details.