You are here

Stay Tuned: Hoe houden we ‘the door of opportunity’ open?

Edited on

12 December 2017
Read time: 4 minutes

Door Ian Graham

Bam! Met een grote klap valt een deur dicht. Wat eerst toegankelijk was is nu volledig ontoegankelijk geworden. Iedere minuut sluit er ergens in Europa zo’n deur voor een jonge European. Hoe zou het zijn als we van elke dichtvallende deur het geluid mee zouden krijgen? Er zijn 4,4 miljoen jonge Europeanen tussen de leeftijd van 18 en 24 jaar die voortijdig hun opleiding verlaten. Dit betekent dat deze jonge Europeanen daarmee geen degelijke vervolgopleiding hebben en er dus een heleboel kansen aan hen voorbij gaan, nu en in de toekomst. Deze metaforische ‘doors of opportunities ’ sluiten voor hen. Dit komt in Europa jaarlijks ongeveer 630.000 keer voor, 72 keer per uur, dat is meer dan een keer per minuut.

In tegenstelling tot een fysieke deur, is ‘the door of opportunity’ vaak geluidloos en onopvallend, waardoor het dichtvallen van deze deur onopgemerkt blijft. Als we iedere deur zouden horen dichtvallen, zouden we steeds geconfronteerd worden met een gemiste kans. Na het lezen van dit stukje tekst tot nu toe, is er inmiddels een tweede jonge Europeaan voor wie er een deur sluit door vroegtijdige verlating van zijn of haar opleiding. Tegen de tijd dat je bij het einde van dit artikel bent, staat de teller op tien.

Een Universeel Probleem

Steden en mensen die werkzaam zijn in dit veld, zijn vaak goed op de hoogte van de omvang van het probleem van vroegtijdige schoolverlating (Early Leaving from Education & Training (ELET). Als het probleem om een specifieke benadering vraagt, ontstaan er doorgaans problemen. Daarnaast moeten steden het vaak doen met inadequate gegevens, waardoor een goed beeld ontbreekt.

Dit kan worden veroorzaakt door een aantal problemen, zoals nationale wet- en regelgeving, het niet beschikbaar maken van data voor de lokale, stedelijke schaal, tot niet toereikende systemen om deze data te verwerken en te analyseren. Wat de redenen ook mogen zijn, het maakt het opzetten van activiteiten en meten van resultaten van interventies erg moeilijk op lokaal niveau. Stedelijke partners moeten in dit geval vertrouwen op eigen, niet toereikende kennis, waarbij concrete data om deze veronderstellingen te onderbouwen ontbreken.

Voor veel steden is de mogelijkheid om de data in te zien wel beschikbaar, maar wordt deze nog te weinig gebruikt om het vroegtijdige verlaten van scholen door jongeren in de lokale context te kunnen doorgronden en daar vervolgens adequaat op te kunnen reageren.

Maar zelfs in steden waar de data wel degelijk beschikbaar zijn en effectief worden toegepast, houdt men nog nauwelijks bij welke oorzaken en gevolgen het vroegtijdig verlaten van school heeft. Zonder enige informatie over waarom jonge Europeanen hun studie moeten of willen verlaten, is het bijna onmogelijk om een goed allesomvattend beeld te krijgen van het probleem. Laat staan om er effectief beleid voor te ontwikkelen. Heeft bijvoorbeeld iemand van 17, die de school te verlaat, besloten om volledig te stoppen, of gaat hij of zij drie maanden later toch weer aan de slag, maar dan bij een andere instelling? Als jongeren toch besluiten definitief te stoppen, is het onmogelijk om te weten onder welke omstandigheden ze dat hebben gedaan, als niet eens inzichtelijk is waar ze zich momenteel bevinden of om hoeveel gevallen het precies gaat.

Steden zouden een sleutelrol moeten spelen in het verbeteren en ontwikkelen van hun rol en slagkracht bij de verzameling en het gebruik van data over de vroegtijdige verlating van school. Gelukkig hebben vele daarbij aangegeven dit als een prioriteit te zien. Het is echter de vraag of dergelijke nieuw systemen van dataverzameling en analyse er snel gaan komen, aangezien dit complex, duur en niet toegankelijk lijkt te zijn in veel van de huidige wetgevingen. Hoe dan ook, zonder een adequaat systeem om vroegtijdige schoolverlating in kaart te brengen, zullen steden genoodzaakt blijven om op basis van eigen intuïtie te handelen.

Een Veelzijdige Beleidscontext

Het voordeel is dat er in deze beleidscontext inmiddels voldoende good practices zijn, die aantonen dat beleidsinterventies op het gebied van vroegtijdige schoolverlating effectief kunnen zijn. De Europese Unie heeft vroegtijdige schoolverlating al sinds 2010 op de prioriteitenlijst staan. Dit stelt ons in staat om uit deze langdurige ervaring een aantal succesvolle good practices aan te wijzen. Veel van deze beleidsmaatregelen zijn gebaseerd op een grotere betrokkenheid van actoren die te maken hebben bij de ontwikkeling van de jonge Europeaan. Dit bouwt voort op onderzoeken die aantonen dat ouderlijke betrokkenheid en extra-curriculaire ondersteuning van doorslaggevende betekenis zijn, vaak nog belangrijker dan de schoolprogramma’s zelf. Voorbeeldbeleid hierin zijn de ‘Whole School Approach’ en het ontwikkelen van gemeenschapsscholen, die de brede betrokkenheid van actoren benadrukken op het gebied van onderwijs veelvuldig gepromote op Europees niveau.

Hoe dan ook, het is noodzakelijk om tot een robuustere vorm van evaluatie en testmethode te komen en erop te hameren dat er meer ondersteuning moet komen om de implementatie van dergelijk beleid effectief te laten verlopen.

Implementatiecondities

Terwijl het beleidsveld vrij uitgebreid is, bestaat er nog een tamelijk onderontwikkelde kennis over welke maatregelen precies werken en dan met name in welke context dit plaatsvindt. Juist de context is van essentieel belang bij het doorgronden van voortijdige schoolverlating – iets wat goed werkt in de ene context, kan compleet verkeerd uitpakken in een andere context. Ter illustratie: beleid in een stad met een stabiele populatie pakt anders uit dan in een stad die dynamisch is en continu verandert, bijvoorbeeld door de komst van migranten. Daarnaast kan beleid dat toepasbaar is voor een stad met twee grote bedrijven heel anders uitpakken dan in een hoofdstad met een diverse en gemengde economie. Het beter begrijpen van de invloed van context is een cruciaal onderwerp voor verder onderzoek en een die naadloos aansluit bij de netwerkende rol van URBACT.

Onderwijssystemen in Europa variëren aanzienlijk, wat betekent dat best practices slechts toepasbaar zijn in een beperkt aantal contexten of landen. Het is essentieel om te begrijpen hoe belangrijk dergelijke implementatiecondities bij specifieke good practices: wat maakt ze zo effectief? Waarom werkt het? Welke condities zijn er noodzakelijk? Als deze kennis vervolgens wordt gecombineerd met een gedegen evaluatie van de stad, waar de good practice geïmplementeerd zou moeten worden, kan er een match tot stand kunnen komen, gebaseerd op de slagingskans. Vervolgens kan de good practice effectief worden toegepast. Zonder dergelijke aanpassingen, blijft de mogelijkheid bestaan dat de beleidsmaatregelen minder effectief zullen zijn dan gewenst is. Veel lokale autoriteiten hebben te kampen met afnemende budgetten, waardoor de druk om tijd en geld zo effectief mogelijk te besteden groot is.

Een Bredere Toepassing

Vroegtijdige schoolverlating is niet het enige probleem dat van belang is voor implementatie. Veel beleidsterreinen zouden in meer of mindere mate een dergelijke afweging moeten gaan maken. URBACT’s Implementation Networks (en de later dit jaar verwachte URBACT Transfer Networks) zouden met deze lessen aan de haal moeten gaan om good practices in de Europa effectief te implementeren. Het implementatie netwerk is reeds begonnen met het oppakken van dergelijke lessen en het URBACT netwerk Stay Tuned zal daarin geen uitzondering zijn.

Voor URBACT implementation Networks, is de grootste verandering van het Action planning Network dat collaborative delivery niet hetzelfde is als collaborative planning. Ondanks dat dezelfde mindset en principes toepasbaar zijn (zoals de geïntegreerde aanpak en participatie van stakeholders), is de praktische toepassing anders. In zijn meest simpele vorm, hebben de URBACT Local Groups (ULGs) een andere rol dan in Implementation Networks. Voor een succesvolle implementatie van nieuw beleid of plannen, is het naast het hebben van beleidsuitvoerders, essentieel om beleidsveranderaars te hebben die zich bezighouden met het ontwerp en uitwerking van het nieuw te vormen beleid. Dit krijgt doorgaans minder aandacht, terwijl het erg belangrijk is. Vaak wordt nieuw beleid doorgevoerd zonder dat men daar ervaring mee heeft. Als dit succesvol verloopt is dat vaak gebaseerd op: 1) geluk; of 2) een natuurlijke gave, die vaak niet wordt benut.

Dit leidt tot ‘implementation blindness’; een situatie waarbij degenen die wijzigingen in het beleid hebben doorgevoerd geen idee hebben waarom dit uiteindelijk zo effectief is. De toepassing van een implementatielens is vaak nieuw voor mensen. Om Stay Tuned als voorbeeld te gebruiken; de meeste projectleiders zijn gespecialiseerd in onderwijs of jeugd-maatschappelijk werk, in plaats van gespecialiseerd te zijn op het gebied van veranderend beleid. Dit betekent niet dat ze niet kunnen bijdragen aan succesvol beleid, maar het betekent wel dat uitvoering van beleid als een discipline, met de daar bijkomende kwaliteiten, methoden en inzichten niet vanzelfsprekend zijn.

De Deur Openhouden

Met een rijke veelzijdigheid aan maatregelen in deze discipline, kan het Stay Tuned Network een helderder licht laten schijnen op de implementatiepraktijk, waarbij lessen en good practices worden gedeeld met andere Europese steden. Daarnaast zit er nog een andere essentiële noodzaak aan het project, namelijk dat deze actoren de vroegtijdige schoolverlating van jonge European willen tegengaan en jongeren de mogelijkheden bieden om de juiste kwalificaties te ontwikkelen.

Implementatie van beleid is een middel en geen doel, maar good practice in de implementatie is essentieel om doelstellingen te behalen. Wat betreft Stay Tuned, betekent dit dat er gestreefd moet worden om ‘doors of opportunities’ voor jonge Europeanen te openen en waar mogelijk open te houden, wat ze een aanzienlijk verbeterd toekomstperspectief geeft. Laten we ernaar streven om de opgedane ervaringen van ‘doors of opportunities’ te delen met elkaar, zodat we steden kunnen helpen in de aanpak van dit probleem.