You are here

Overheidsopdrachten voor een duurzamere lokale ontwikkeling: Schaarbeek’s ervaring met Europese uitwisselingen

Edited on

08 April 2020
Read time: 5 minutes

Het Belgisch Nationaal Contactpunt heeft drie steden ontmoet die voor het eerst deelnemen aan het URBACT III-programma (2014-2020): Seraing, Schaarbeek en Oostende. Deze drie Belgische steden zijn sinds 2018 partners in een transfernetwerk. Het principe van deze stadsnetwerken is om een goede praktijk (als zodanig erkend door URBACT in 2017, meer info hier) over te dragen van de proefstad naar de partners.

We wilden beter begrijpen wat hen motiveerde om deel te nemen aan het URBACT-programma, welke doelstellingen ze nastreven en wat ze tot nu toe hebben geleerd van hun uitwisselingen!

De derde ontmoeting was met de gemeente Schaarbeek (Brussel-Hoofdstad), meer bepaald met Valentina Morselli, coördinator van de URBACT Local Group (ULG) en Maria Giovanna Zamburlini, coördinator van het project Making Spend Matter, een netwerk van zes steden die geïnteresseerd zijn in het thema overheidsopdrachten: hoe kunnen we overheidsopdrachten duurzamer maken en de lokale middelen versterken?

Zoé Lejeune (ZL): Wat was je eerste motivatie om aan te sluiten bij een URBACT-netwerk?

Valentina Morselli (VM) en Maria Giovanna Zamburlini (MGZ): Eerst en vooral wilden we methodologische instrumenten verwerven om de huidige administratieve praktijken met betrekking tot overheidsopdrachten (werken, diensten, leveringen) te analyseren. Ten tweede laat de deelname aan het URBACT-netwerk ons toe om verder te bouwen op de positieve ervaring van de gemeente Schaarbeek met eerdere transnationale projecten voor uitwisseling van goede praktijken in een netwerk (bv. Interreg/Bloombergfilantropie). Tot slot wilden we de transversaliteit tussen de gemeentelijke diensten bevorderen: duurzaamheid, sociale clausules en werk tussen de departementen. De dynamiek van het URBACT-netwerk maakt het mogelijk om de vele informatie die momenteel op verschillende afdelingen aanwezig is, samen te brengen en het delen van informatie te systematiseren. Ten derde is URBACT een concrete ervaring voor het personeel van wat de EU in de praktijk voor hen kan betekenen, wat waardevol is.

ZL: Wat is het thema dat in uw netwerk aan bod komt?

VM en MGZ: Het URBACT-netwerk "Making Spend Matter" wordt gecoördineerd door de stad Preston (Verenigd Koninkrijk) en bestaat uit zes partnersteden: Schaarbeek (België), Vilanova de Famaliçao (Portugal), Pamplona (Spanje), Kavala (Griekenland), Kozalin (Polen) en Bistrita (Roemenië).

 

De belangrijkste doelstelling van het project "Making Spend Matter" is het identificeren en onder de aandacht brengen van goede praktijken op het gebied van door de stad beheerde overheidsopdrachten. Preston (VK) kreeg het "Good Practice"-label omdat de stad erin geslaagd is het duurzaamheidsaspect (economisch en sociaal) van haar overheidsopdrachten te versterken. In het kader van openbare aanbestedingen, moet de gemeente in de eerste plaats de wetgeving naleven en zorgen voor een concurrerend en transparant proces. Het doel is om bij het nemen van beslissingen niet alleen rekening te houden met de kosten, maar ook met de kwaliteit van de producten/diensten. Tegelijkertijd is Schaarbeek zich bewust van de impact van overheidsuitgaven op het lokale leven en wil het effectief en coherent reageren op economische, sociale en milieu-uitdagingen.

Concreet betekent dit voor partnersteden: 1. het analyseren van de mate waarin uitgaven voor overheidsopdrachten door steden de praktijk kunnen bevorderen om meer economische, sociale en milieuvoordelen te genereren en 2. het nadenken over de wijze waarop de gemeente kan optreden als een verantwoordelijke consument door milieu- en/of sociale criteria op te nemen in aanbestedingen. De gemeente besluit om waar mogelijk producten en diensten aan te schaffen die een positief effect hebben op het milieu en de lokale economie.

Sinds 2007 heeft Preston een goede praktijk ontwikkeld met betrekking tot de analyse van uitgaven. Eenmaal per jaar beoordelen zij alle overheidsopdrachten en alle opdrachtnemers met wie zij hebben samengewerkt. Dit heeft hen in staat gesteld het belang van overheidsuitgaven voor de economie en de lokale ontwikkeling te zien en te benadrukken. Hun bevinding was dat het kennen van de overheidsopdrachten je in staat stelt de positieve impact van lokale uitgaven op verschillende dimensies, waaronder de sociale dimensie, te maximaliseren. Ongeveer 14% van alle Europese uitgaven wordt door de gemeenten gedaan en vormt dus een belangrijke hefboom voor overheidsoptreden.

Dit URBACT-project brengt ons ertoe onze aankopen, ons materiaal en de werkwijze van onze dienstverleners (milieu, arbeid, enz.) in vraag te stellen. Dit stelt ons in staat om een dubbele blik te werpen op zowel het verleden als de toekomst, te beginnen met de uitgaven om de aanbestedingspraktijken te kunnen veranderen.

ZL: Welke doelstellingen wilt u met URBACT specifiek voor uw stad bereiken?

VM en MGZ: De toonaangevende stad in ons netwerk, Preston, deelt met de partnersteden haar methodologie voor de analyse van uitgaven voor overheidsopdrachten die door lokale overheden worden gegund. Die analyse is gebaseerd op de identificatie van gegevens van de winnende opdrachtnemers (locatie, omvang, economische sector, ...) en het bedrag dat voor elke overheidsopdracht met elke winnende opdrachtnemer gedurende één jaar is uitgegeven (rekening houdend met de 300 hoogste bedragen).

Voor Schaarbeek heeft deze eerste analyse tot doel betrouwbare gegevens te verkrijgen over de impact van uitgaven (werken/diensten/leveringen) van de gemeente Schaarbeek op het lokale economische weefsel van de stad, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in de aangrenzende gebieden. De gegevens die tijdens de analysefase worden geïdentificeerd, zullen worden gebruikt voor de reflectie over de volgende benaderingen: 1. het werken aan een aankoopstrategie die het mogelijk maakt de uitgaven af te stemmen op de waarden van de gemeente (in het bijzonder de ecologische transitie, de strijd tegen elke vorm van discriminatie en burgerparticipatie), 2. het versterken van de integratie van milieu- en sociale clausules in de overheidsopdrachten van de gemeente en 3. het informeren van potentiële opdrachtnemers over de benaderingen van de gemeente op het gebied van duurzaamheid.

ZL: Wat zijn uw verwachtingen met betrekking tot de resultaten?

VM en MGZ: Dankzij een reeds succesvolle analyse van de uitgaven, hebben we betrouwbare gegevens verkregen die ons in staat stellen om leveranciers te identificeren op basis van grootte (kmo of niet), locatie (Schaarbeek of elders) en industriële sector (NACE-codes). Preston had een doorlooptijd van twee jaar gepland, maar de partnersteden hebben de analyse in één jaar kunnen afronden, zodat we nu op het niveau van elke stad verder kunnen doen.

 

Bovendien streven we ernaar dat onze overheidsopdrachten niet alleen beantwoorden aan een objectieve behoefte van de gemeente, maar ook een positieve impact hebben op het grondgebied van Schaarbeek, door de integratie van ecologische waarden, de versterking van de capaciteit van kmo's om in te spelen op overheidsopdrachten en de verbetering van de vaardigheden van werknemers door het gebruik van sociale clausules. Om dit te doen, zal Schaarbeek ook een strategisch plan "duurzame overheidsopdrachten" opstellen.

ZL: Welke toegevoegde waarde heeft u tot nu toe ervaren met betrekking tot Europese uitwisselingen met de andere steden in uw netwerk?

VM en MGZ: Voor ons is de transnationale bijeenkomst een belangrijk moment van uitwisseling. Het is daar dat we begrijpen waarom we het dagelijks werk opzij zetten om de doelstellingen en motivaties van andere steden te begrijpen. Het is echt inspirerend. De uitwisseling van goede praktijken in transnationale bijeenkomsten (Vila Nova de Famalicao, Kavala, Bistriţa) maakt het mogelijk om effectieve oplossingen te vinden voor gemeenschappelijke problemen en om van gemeentelijke ambtenaren actoren van het leer- en veranderingsproces te maken.

ZL: Wat is uw indruk: werkt de overdracht van de goede praktijk naar andere steden goed?

VM en MGZ: We hebben de "uitgavenanalyse" (analyse van de uitgaven voor 2017 en 2018) al afgerond en we hebben clausules opgenomen voor verschillende dienstencontracten: zo moesten de inschrijvers voor de organisatie van zomerfestivals in Schaarbeek ("The park to be" en het "Cherry Festival") een "duurzaamheidsplan" in hun offerte opnemen om de impact van de activiteiten op het milieu en het sociale weefsel van Schaarbeek in kaart te kunnen brengen.

De steden in het netwerk zijn echter niet noodzakelijkerwijs vergelijkbaar; wat verschilt is de gemeentelijke bevoegdheid. We stellen vast dat Belgische gemeenten veel bevoegdheden hebben – en veel te bieden hebben - zoals de scholen (onderhoud, bouw), wegen, sportfaciliteiten, grondbeheer, stadsvernieuwing, etc. De gemeentelijke begroting is erg belangrijk in Schaarbeek, met veel overheidsopdrachten.

Ons netwerk werkt ook goed omdat we een zeer goede opvolging hebben door onze lead partner (Preston) en onze lead expert. We hebben geluk! Preston’s goede praktijken waren vanaf het begin goed gedefinieerd. Het was niet het eerste URBACT-netwerk waaraan de stad deelnam. Voordat het een Lead City werd, nam Preston deel aan het Procure netwerk (Action Planning Network) met de stad Koszalin (die ook een partnerstad is van "Making Spend Matter"). Preston had samen met de Lead Expert al veel werk verricht om goede praktijken vooraf te vereenvoudigen en had vanaf het begin een zeer efficiënt instrument in het leven geroepen. Dit stelde hen in staat om vragen te stellen over de economische systemen van gemeenten, zoals "is wat ik vraag van inschrijvers realistisch?". Door intern aan de gegevens te werken, opent het de geest voor wat er ook in de omgeving van de gemeente gebeurt.

Wat de verspreiding van goede praktijken in België betreft, is Schaarbeek lid van de "intercommunale werkgroep voor overheidsopdrachten" in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. We hebben onze resultaten in februari 2019 en 2020 aan de werkgroep gepresenteerd, evenals de doelstellingen van het project.

ZL: Hoe past uw deelname aan het URBACT-netwerk in een algemene stedelijke strategie?

VM en MGZ: De samenwerking en het werk dat voortvloeit uit het URBACT-netwerk "Making Spend Matter" is in overeenstemming met andere gemeentelijke strategische plannen, met name het GPDO (Gemeentelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling) en het Klimaatplan. De coördinatoren van het GPDO en het Klimaatplan zijn betrokken bij het netwerk, wat het mogelijk maakt bij alle projecten van de gemeente rekening te houden met duurzaamheid. Bovendien zijn in het GPDO en het Klimaatplan verschillende acties gepland en is er al sprake van een duurzaamheidsbenadering. Het URBACT-project vult deze initiatieven dan ook aan.

ZL: Wat is URBACT in uw eigen woorden?

VM en MGZ: URBACT is een reis om anderen te ontmoeten, met doelen, uitdagingen en succes. Het is interessant om Europese collega's te ontmoeten die even gemotiveerd en gepassioneerd zijn over openbare dienstverlening. Zoals elke reis (ver of dichtbij), komen we telkens veranderd terug. Het stelt ons in staat om nieuwe kennis en expertise op te doen, maar zelfs ook om nieuwe vrienden te maken!

 

ZL: Wat zijn volgens u de voordelen van het netwerk? Kunt u ook wijzen op een zwak punt in de Europese uitwisselingen met andere steden? Welke obstakels zijn jullie tegengekomen?

VM en MGZ: Wat de voordelen betreft, is het URBACT-programma in de eerste plaats solide. Het bestaat al enkele jaren, dus de coördinatie is goed geregeld. De informatie komt ook op een duidelijke manier; alle door URBACT ingevoerde instrumenten zijn efficiënt. Verder zijn de netwerken van deskundigen en de ondersteuning (door de coördinator, de URBACT-deskundige) - in ons geval ter versterking van de samenwerking met KMO’s en op het gebied van sociale en milieuclausules - een echte toegevoegde waarde. Dit stelt ons in staat om onze interne praktijken op de lange termijn te verbeteren.

Een zwak punt van het programma is dat het geen acties kan financieren, maar alleen de voorbereiding ervan. Wat de hindernissen betreft, is het niet noodzakelijkerwijs eenvoudig te weten hoe je via verschillende kanalen (video's, twitter, artikelen, enz.) met het grote publiek kan communiceren. Gelukkig krijgen we hulp van de communicatiedienst van de gemeente!

Waar we aan vasthouden, is de werking van het Europese project, de positieve dynamiek van wederzijdse hulp.

ZL: Wat denk je dat de effecten van je netwerk zullen zijn in termen van...

    • Economie/innovatie? VM en MGZ: Het stelt ons in staat de economische omgeving waarin de gemeente opereert beter te begrijpen, na te denken over duurzaamheid in onze markten en dit te delen met bedrijven, maar ook om te leren van hun innovatieve ervaringen.
    • Duurzaamheid? VM en MGZ: Het stelt ons in staat om aan te dringen op meer uitgebreide en relevante milieuclausules.
    • Inclusie? VM en MGZ : Op sommige markten kan bijvoorbeeld de integratie van AOT’s (Atelier voor Opleiding door Tewerkstelling) of sociale ondernemingen worden bevorderd en daarmee ook de interactie met sectoren die actief zijn op het gebied van arbeidsinclusie. Hier zijn we al aan bezig door de integratie van sociale clausules in openbare aanbestedingen, dat de kern van onze reflecties vormt.

ZL: Denkt u dat deze effecten tijdelijk of structureel zullen zijn?

VM en MGZ: Ze zullen structureel zijn, gezien het thema van ons URBACT-netwerk.

 

Link : Twitter : @MSpendM_eu https://twitter.com/MSpendM_eu

Website van Schaarbeek 1030 https://www.1030.be/nl/economie-tewerkstelling/ondernemingen/overheidsopdrachten/duurzame-overheidsopdrachten