You are here

NUP in Groningen voor transnationale meeting van URBACT Transfer Network: Welcoming International Talent

Edited on

17 October 2018
Read time: 2 minutes

Op woensdag 5 september waren wij namens het Nationaal URBACT punt aanwezig bij de transnationale netwerk bijeenkomst van het URBACT Transfer Network ‘Welcoming International Talent’, voorheen bekend als ‘Movement’. Groningen is lead partner van dit netwerk, omdat het beleid van Groningen voor internationalisering van de stad en het verwelkomen en behouden van expats en ander internationaal talent in 2017 werd bekroond door URBACT als Good Practice voor duurzame stedelijke ontwikkeling. Het doel van het netwerk is om de unieke Groningse aanpak overdraagbaar te maken voor andere Europese steden. Inmiddels zijn Debrecen (HU) en Zlín (CZ) definitief aangesloten bij Transfer Network Welcoming International Talent en staat het netwerk in de startblokken voor fase 2.

Verschillende vertegenwoordigers van gemeenten en onderwijsinstellingen van de partnersteden van leadpartner Groningen waren aanwezig: Groningen (NL), Magdeburg (DE), Zlín (CZ), Leuven (BE), Parma (IT) en Bielsko-Biala (PL). Daarnaast waren Willem van Winden, de aangewezen Network Expert en Emmanuel Moulin, het hoofd van het URBACT secretariaat en een internationale student die binnenkort afstudeert ook present. De dag begon goed met een heuse City-Safari door de binnenstad van Groningen. Tijdens deze tocht bezochten we de plekken en instituties die een belangrijke rol spelen bij het welkomstbeleid van de stad Groningen. Als (zelfbenoemde) fietshoofdstad van de wereld moest deze tocht met de fiets volbracht worden, gelukkig ook met prachtig nazomerweer. Voor de onervaren fietser was dat soms even wennen of spannend, maar uiteindelijk is iedereen er zonder kleerscheuren vanaf gekomen.

In het International Welcome Centre North (IWCN) kregen de aanwezigen een presentatie over de totstandkoming en activiteiten van het centrum. Het nu al tien jaar draaiende IWCN helpt nieuwe internationale inwoners van Groningen en omstreken met vrijwel alles waar je aan kan denken als je zojuist (tijdelijk) geëmigreerd bent. De vertegenwoordigers van de partnersteden waren hierbij vooral geïnteresseerd naar de financiële constructie die deze projecten heeft bekostigd. Dit blijkt een combinatie te zijn van publieke en private middelen, zowel geld als mankracht. De drijvende kracht achter de Good Practice van Groningen, Het Akkoord van Groningen, het unieke samenwerkingsverband tussen de provincie, de stad en onderwijsinstanties wekte bij de aanwezigen veel bewondering en heeft ongetwijfeld de partnersteden geïnspireerd. Daarnaast waren de partnersteden ook lichtelijk verrast dat de gemeente Groningen niet hun inzet beperkt tot binnen de stadsgrenzen, maar ook daarbuiten voor de gehele noordelijke regio. Groningen neemt zijn verantwoordelijkheid als grootste stad in de noordelijke provincies maar ziet ook profijt hiervan terug als het erin slaagt internationaal talent te behouden in de regio. Tot slot werd er gevraagd hoe gemakkelijk het vinden van private partners is. In het begin moesten deze benaderd en overtuigd worden, maar inmiddels moeten private partijen die kansen zien in deze nieuwe target group afgehouden worden. Dit omdat het IWCN liever geen honderden partners heeft, maar juist partners die ze goed kennen en kunnen vertrouwen voor de beste kwaliteit. Wanneer het IWCN vragen krijgt van nieuwkomers die ze niet kunnen beantwoorden, biedt dat weer gelegenheid om op zoek te gaan naar nieuwe partners. Zo blijft het centrum zichzelf aanscherpen en verbreden, want ze weten ook dat er nog altijd ruimte is voor verbetering.

Na het in de praktijk kennismaken met de verschillende projecten, ontmoetingen met expats, de zonnige fietstocht en een gezellige lunch was het tijd om de neuzen te richten op de Transferability Study, gefaciliteerd door Network Expert Willem van Winden. Deze studie moet in kaart brengen op welke manier en in welke vorm de Good Practice van Groningen het beste overgebracht kan worden naar andere steden. Duidelijk was dat het geen gemakkelijke transfer zal zijn, en dat de Groningse aanpak eerst goed begrepen, aangepast en op maat herverpakt dient te worden voor de partnersteden. Van Winden stelde dat vier aspecten grote invloed hebben op de overdraagbaarheid van de Good Practice: huisvesting, werkgelegenheid, stadsleven en communicatie. Vertegenwoordigers van Parma en Zlín gaven hierbij ook terecht aan dat Nederland relatief gezien de beste uitgangspositie heeft qua taal, omdat Nederlanders gemiddeld beter Engels beheersen als tweede taal dan waar ook ter wereld. Taalbarrières en andere culturele aspecten zullen voor sommige partnersteden toch een van de moeilijkste obstakels vormen, in hun streven naar internationalisering en behoud van internationaal talent.

4 december hoort Transfer Network Welcoming International Talent of ze groen licht krijgen voor hun voorstel voor fase 2.