Verschillende Belgische steden zetten zich via URBACT in voor duurzame en inclusieve stedelijke ontwikkeling
Edited on
17 December 2019De nieuwe netwerken voor de uitwisseling van expertise en goede praktijken die in april 2019 werden geselecteerd behandelen volgende verschillende thema's: de strijd tegen dakloosheid, de ecologische en koolstofarme transitie, stedelijke veiligheid, duurzame mobiliteit en de circulaire economie. Verschillende Belgische steden maken deel uit van deze nieuwe samenwerkingsdynamiek: Gent, Vilvoorde, Mechelen, Luik en Antwerpen. De eerste focus ligt op twee netwerken waarbij Belgische steden betrokken zijn: ROOF (Gent & Luik) en Resourceful Cities (Mechelen).

In oktober 2019 nam het Belgische URBACT-contactpunt deel aan de startvergadering van twee nieuwe netwerken voor actieplanning (Action Planning Networks) waarbij Belgische steden betrokken zijn.
Naar aanleiding van de oproep tot het indienen van aanvragen voor de oprichting van nieuwe netwerken voor actieplanning die begin 2019 door het URBACT-secretariaat werd gelanceerd, werden verschillende Belgische steden, waaronder drie steden die nooit eerder aan het URBACT-programma hadden deelgenomen, geselecteerd. De steden Mechelen, Luik en Vilvoorde zijn "nieuw" in het programma en nemen respectievelijk deel aan de netwerken van Resourceful Cities* (circulaire economie), ROOF** (daklozen) en Zero Carbon Cities*** (veerkracht en koolstofvrije steden).
Luik zet zich in voor het uitroeien van dakloosheid
Een van de belangrijkste acties van de verklaring van de Luikse gemeentelijke beleidsverklaring in 2019 is het plan om de armoede te bestrijden. Het terugdringen of zelfs uitbannen van de dakloosheid is een van de belangrijkste doelstellingen.
Het URBACT ROOF-netwerk bevindt zich op het kruispunt van twee thema's die vandaag fundamenteel zijn voor de geïntegreerde en inclusieve ontwikkeling van steden: de vermindering van de stedelijke armoede en sociale uitsluiting enerzijds en de toegang tot huisvesting voor iedereen anderzijds. Voor de projectteams is het niet alleen een kwestie van het identificeren van een reeks leegstaande woningen (vandaag ongeveer 2.000 in Luik), maar ook van het vinden van vernieuwende strategieën om deze te activeren voor kansarme groepen (ongeveer 500 tot 800 daklozen in Luik in 2019).
De stad Luik beschikt over een groot verenigings- en openbaar netwerk dat complementaire structuren op het terrein samenbrengt: straathoekwerkers, sociale netwerken, de vzw "Les Sans Logis", consumptieruimtes, enz. waarop men zich kan baseren om gezamenlijk en in onderling overleg een geïntegreerd actieplan over dit thema op te stellen.
Gezien het relatieve gebrek aan gegevens over de realiteit van dakloosheid in Europese steden, stelt het ROOF-netwerk voor om het verzamelen van informatie te optimaliseren om dit probleem beter te begrijpen en zo een meer geschikte oplossing te vinden. Door zich te richten op "Housing First", een aanpak die zijn oorsprong vindt in de Verenigde Staten (zie het werk van psycholoog Sam Tsemberis(link is external) over dit onderwerp), beschouwen de netwerkpartners de verhuizing van de dakloze als het uitgangspunt voor het ondersteunings- en hulpverleningsproces. In plaats van ervan uit te gaan dat de dakloze zijn of haar problemen - verslaving, gezondheid of mentale problemen - eerst moet oplossen, keert Housing First de strategie om door van huisvesting een middel te maken en niet een doel.
In 2013 werden in verschillende Belgische steden proefprojecten opgestart; sinds 2016 is er op federaal niveau een ondersteuningseenheid voor de ontwikkeling van Housing First opgericht om deze initiatieven te onderhouden en uit te bouwen: het Housing First Lab(link is external).
Vandaag bestaat het team Housing First (HF) in Luik uit twee maatschappelijk werkers, een verpleegkundige, een "huisvestingssensor" (intermediaire rol met de bedoeling om huisvesting en begeleiding te scheiden, gezien de driehoeksverhouding tussen eigenaar, verhuurder en begeleider) en een coördinator. Sinds een jaar zijn het de Relais Sociaux in Wallonië die instaan voor de coördinatie van de projecten van Housing First. Het doel is om aan te tonen dat HF een betrouwbare partner is voor particuliere verhuurders die de daklozen daadwerkelijk ondersteunt in het proces. Tegenwoordig "lijdt 90% van de mensen die door het Relais Social in Luik moeten worden verzorgd aan een drugsverslaving", zegt een sociaal coördinator. Enkele kerncijfers benadrukken de urgentie van de situatie, maar ook het potentieel van HF's: "de gemiddelde tijd die daklozen in Luik op straat doorbrengen voor hun verhuizing is 5,5 jaar! ", legt een maatschappelijk werker uit die op de HF in Luik werkt. Sommige effecten van deze strategie zijn al vastgesteld, zoals angst en eenzaamheid, maar er zijn instrumenten beschikbaar om deze aan te pakken. Niet minder dan 90% van de Luikenaars die door HF's begeleid worden, verblijven nog steeds in hun accommodatie, een succespercentage dat veel hoger ligt dan bij andere bestaande benaderingen.
Een zeer concrete stedelijke uitdaging: URBACT stelt voor om een collectieve oplossing te zoeken voor dit probleem, door samenwerking tussen verschillende Europese steden mogelijk te maken.
De stad Luik is echter niet de initiatiefnemer in dit netwerk, het is Gent dat het ROOF-project heeft opgezet, als proefproject van het partnerschap tussen negen Europese steden: Luik, Napels (Italië), Glasgow (Verenigd Koninkrijk), Göteborg (Zweden), Thessaloniki (Griekenland), Toulouse (Frankrijk), Braga (Portugal) en Timisoara (Roemenië). Het is dus duidelijk dat de Belgische steden nu via Europese programma's kunnen samenwerken, uitwisselen en partnerschappen kunnen aangaan, bij gebrek aan een stedelijk beleid op nationaal niveau. Dit is een aspect dat bijzonder gewaardeerd wordt door de partnersteden!
Mechelen in het hart van de dynamiek van de circulaire economie
Van een heel andere aard, is het project in Mechelen. Daar wordt in de nabije toekomst een stedelijk grondstoffencentrum(link is external) verwacht. De stad is inderdaad geïnteresseerd in deze centra, d.w.z. "fysieke" plaatsen die de circulaire economie op lokaal niveau bevorderen. In Mechelen is dit de site van De Potterij, in het centrum van de stad, een laboratorium voor de circulaire economie waar innovatieve en creatieve ondernemers samenkomen. Het project, waarvoor het Vlaamse Gewest (via OVAM) een grote investering doet om de sanering van de site te verzekeren, zal zich richten op "het maximaliseren van de herbruikbaarheid van producten en grondstoffen en het minimaliseren van de vernietiging van waarde. Ook andere thema's zoals ecologie, stadslandbouw, onderwijs, wijken, cultuur en kennisontwikkeling komen aan bod. De toekomstige site zal moeten fungeren als een showcase en als een plek waar makers kunnen werken en innoveren, met de uitdaging om zichtbaarheid en rust met elkaar te verzoenen” (meer informatie hier(link is external)).
Op het initiatief van de burgers die aandrongen op de oprichting van een dergelijke plaats in hun stad, wilden de lokale overheden op een positieve manier reageren: een strategie voor een circulaire economie voor Mechelen uitwerken, maar ook, meer concreet, een proefproject opzetten voor een stedelijk grondstoffencentrum, naar het voorbeeld van Vollebekk Fabriker(link is external) in Oslo (meer informatie hier(link is external)). Het uiteindelijke doel is om het concept uit te breiden naar de hele stad om zo een echt stedelijk metabolisme te creëren. Mechelen kan daarbij rekenen op vele potentiële locaties die een dergelijk centrum kunnen herbergen.
Het URBACT-netwerk waaraan Mechelen deelneemt, getiteld Resourceful Cities, maakt het ook mogelijk om de doelstellingen en acties die worden voorgesteld in het partnerschap inzake de circulaire economie(link is external) van de Stedelijke Agenda voor de EU, na te streven. Het netwerk omvat tien steden: Mechelen, Den Haag (Nederland), Patras (Griekenland), Cáceres (Spanje), Ciudad Real (Spanje), Zagreb (Kroatië), Oslo (Noorwegen), Opole (Polen), Vila Nova de Famalicão (Portugal) en Boekarest (Roemenië).
Al meer dan twee jaar verbinden de steden zich ertoe samen te werken, elkaar te ontmoeten en uit te wisselen om elk een geïntegreerd actieplan te ontwikkelen om oplossingen te vinden voor de geïdentificeerde uitdagingen: het uitroeien van dakloosheid of het ontwikkelen van projecten voor een circulaire economie. Wij wensen hen heel veel succes met hun projecten en uitwisselingen!
Zoals uit deze twee voorbeelden blijkt, stelt URBACT daarom voor om samen antwoorden te vinden op de grote stedelijke uitdagingen om duurzamere, aangenamere en ondersteunende steden te ontwikkelen.
Meer informatie over het programma vindt u in onderstaande video:
https://www.youtube.com/watch?v=poeMVmO9K-A(link is external)
*Het netwerk van Resourceful Cities richt zich op de manier waarop steden een nieuwe generatie stedelijke hulpbronnencentra kunnen ontwikkelen die de circulaire economie bevorderen en burgers, nieuwe bedrijven en startups uitnodigen om nieuwe manieren te creëren om op lokaal niveau op een economisch duurzame manier "hulpbronnenkringlopen" te sluiten.
**Het ROOF-netwerk heeft als doel dakloosheid uit te roeien door innovatieve huisvestingsoplossingen op stadsniveau. Het ROOF zal kennis delen over hoe (1) nauwkeurige gegevens te verzamelen en (2) over te gaan van symptomatisch management naar het daadwerkelijke einde van dakloosheid, met Wonen eerst en Wonen geleid als leidend model. ROOF zal de partnersteden begeleiden bij de ontwikkeling van geïntegreerde lokale actieplannen die gekoppeld zijn aan de strategische langetermijndoelstelling van Functional Zero (geen structurele dakloosheid).
***Het Zero Carbon Cities Network helpt de partnersteden wetenschappelijke doelstellingen, beleidsmaatregelen en actieplannen ter vermindering van de koolstofuitstoot, met inbegrip van governance en capaciteitsopbouw, te definiëren, zodat zij kunnen bijdragen aan een succesvolle uitvoering van de strategie van Lissabon.
Submitted by Fabian Massart on